31 december 2009

I like …… Birds


Rare vogels heb je overal, maar in Australie zijn ze wel erg raar. Als de zon opkomt begint de Atari bird (Magpie) talloze computerspelletjes te imiteren, ‘pliepprrrrillliiupuup’. De andere vogels worden dan ook wakker en je hoort steeds meer bizarre geluiden. De Bierfles vogel (soort duif) blaast de hele dag in een leeg bierflesje ‘phoooooeh….’ en de papegaaien hebben vaak luide hectische vergaderingen.

De irritantste van allemaal is Cry baby bird (soort zwarte raaf), de naam zegt genoeg. Laatst hoorde we een andere merkwaardige vogel: de Hitler bird. Deze scandeert de hele dag ‘hitlr, hitlr, hitlr’, rare vogel. De Mocking bird (kaketoe) lacht je vanuit een hoge boom geheimzinnig uit alsof hij er meer van weet. De gezelschapsvogel Kookaburra koekeboeraat er lustig op los terwijl hij je op korte afstand nieuwsgierig in de gaten houdt.

Niet alle vogels zijn anders dan in Nederland, ook hier is de Fish and chips bird (meeuw) op talloze eetplekken vertegenwoordigd én alle verdwenen Nederlandse mussen zitten hier gewoon lekker in het zonnetje de kruimels van je bord te eten, een soort Immigration birds dus.

When you like birds net als Eels en ik: in het fotomapje Birds op Picasa zijn er verschillende al vastgelegd en zal af en toe worden aangevuld met een nieuwe vreemde vogels.

Computer says no

Tasmanië is dus een erg populaire vakantiebestemming voor de Ozzies. We waren pas op de ferry geboekt voor januari, maar besloten toch maar ’s langs te gaan om te kijken of we niet eerder mee konden. Melbourne is leuk, maar ook gewoon een héle grote stad, dus daar ben je op den duur wel klaar mee. Onze ferryboeking hadden we aan het loketje gedaan bij een tengere jongenman met gestileerd zilverblond geverfd haar. Nou zijn we niet homofoob, maar deze dude hield duidelijk meer van mannen dan van vrouwen en dat mag best, alleen moet hij dan niet zijn middelbare schoolfrustraties op ons afreageren. Oké, we hadden dus al een keer gevraagd of we niet eerder konden gaan als er een plekje vrijgekomen was, maar je hoeft ons niet met een verveelde blik toe te bijten dat echt alles vol zit en we het wel kunnen vergeten. “Let’s see…. oh sorry, computer says no”.

De dag erna (want wij zijn nu eenmaal koppige kaashoofden) gewoon nog eens gevraag en ja hoor, een aardig en spontaan meisje (onze dude had gelukkig vrij) boekte ons in voor de Ferry van de volgende morgen. Must be our lucky day! De overtocht van een uur of negen verliep vlekkenloos over een strakblauwe oceaan. En na drie uurtjes rijden zijn we in Tasmanië’s super relaxte hoofdstad Hobart aangekomen, best een verademing na de gekte in Melbourne. En het is hier nu nog wel op z’n drukst vanwege de Sydney-Hobart zeilrace.

In Hobart ongeveer de laatste hotelkamer geboekt die er nog over was (lucky day again). Dus straks New Years Eve vieren in een zwoele zomernacht. Dat zouden ze in Nederland ook moeten doen! Gewoon al die feestdagen in augustus vieren, ken je lekker buiten blijven, genieten van je koude biertje en vuurwerk afsteken zonder dat je handen d’r af vriezen. Hier in Australië is vuurwerk natuurlijk wel uit den boze wegens bosbrandgevaar. Er is vannacht alleen een centraal vuurwerk in de haven.

Voor strakkies: cheers!
En een gezond new year enzo :)

25 december 2009

Kerstbonen


Ho ho ho maar, deze kerst het laatste plekje kunnen bemachtigen op camping van Sorrento, da’s twee uur rijden ten zuiden van Melbourne. Hier hebben we gisteren twee kantduiken gemaakt bij de jetties met Jeremy, een local guide. Ondanks een overvloed aan plakplaatjes op z’n armen, toch een toffe gast. Hij wist veel te vinden op de zeebodem: zeepaardjes, seadragons en de blue-ringed octopus (zie de duikfotootjes). Die blauwgeringde octopus is niet groter dan een kinderhand, maar toch één van de meest giftige zeebeesten die er bestaan. Als je pech hebt en hij bijt je, heb je nog 20 minuten om van je duik te genieten, het ziekhuis haal je namelijk toch niet.

We zijn ook nog twee dagen in Melbourne geweest waarvan het één dag tegen de 40 graden was. Dan krijg je een beetje het idee dat je in Dubai loopt, oef. Dat iedereen druk aan het krioelen was voor de verplichte kerstinkopen hielp ook niet mee. Maar ja, we moesten toch ff de boot naar Tasmanië boeken hé. Jammer dat die boot aardig volgeboekt was, we gaan nu pas 3 januari 2010. Dus moeten we nog iets verzinnen in de tussentijd. Morgen maar weer eens een bootduikje doen (dive is hard).

Op de camping zit iedereen al vanaf vanmorgen aan de alcohol en hier en daar zitten er wat Ozzies met een hertengewei op lux gedecoreerde kreeft te verorberen aan hun campingklaptafeltje terwijl ze ‘Merry Christmas’ aan het Skypen zijn. Wij gaan zo maar eens een blikkie bonen op ons gaspitje zetten. Zielig? Welnee, in Melbourne hebben we in een paar heel goede restaurantjes gegeten hoor, dus we komen niks te kort.

17 december 2009

Kangaroe eiland deel II


De tweede dag veranderde het horror eiland in een grote geweldige dierentuin. Allereerst hebben we zeeleeuwen op een rots van dichtbij kunnen bekijken. Daarna kwamen we terecht op een camping in een wildlife reserve met koala’s boven de tent, kangaroes en wallabies naast de tent en echidna’s (reuze egel) etend langs de weg. Zodra het donkerder werd kwamen er steeds meer geluiden en beesten uit hun schuilplaats vandaan, waaronder de common brushtail possum, die erg op een schattig poesje leek, maar vals kijkend op me af kwam. Verder nog wat zeehondjes op het strand, steile kliffen, een verlaten wit strandje, blauwe zee, wandeltochtje door een vallei en alweer een verlaten strandje. Kortom voor de dieren- en verlaten-strand-liefhebber een groot genot. Helaas vertrekt morgen de boot weer en het schijnt dat de kindervakantie begonnen is, dus dat wordt zoeken naar een plek zonder hinder.

16 december 2009

Kangaroo Horror Island

Na Adelaide hebben we de boot genomen naar Kangaroo Island en hebben we voor het eerst in een YHA (jeugdherberg) geslapen. Onze hostelgenoot bleek een lijkbleke bonkige Duitser met lang vet haar die we al snel liefkozend Frankie (naar het monster van) noemden. Deze verschijning zat met een stel boerende Aziaten in de gezamelijke keuken iets naar binnen te werken dat nog walgelijker stonk dan de blikjes goedkope kattevoer die ik mijn poes wel eens voorschotelde.

’s Avonds hebben we meegelopen in een overboekte pinguïntoer waarbij we met 25 mensen en een gids met een klein rood zaklampje pinguïns van een centimeter of 20 (de kleinste van de wereld, hebben wij weer) probeerden te spotten. Who’s watching who? Eén van onze tourgenoten woog tenminste 200 kilo en kon daarom niet meer normaal adem halen. Hij snurkte dan ook ongegeneerd door het inleidende verhaaltje van de gids heen. Dat hij de tocht van een kleine kilometer op zijn witte flip-flops met succes beëindigde vonden wij dan ook het hoogtepunt van de tour.

Gelukkig vonden we na het officiële gedeelte zelf een véél beter plekje en zagen we in het licht van een baggerboot twee zwart-witte gestalten het strand op wiegelen op weg om hun kroost in de duinen te voederen met vette vis. Met een fles wijn erbij hebben we daarna nog wat Wallabies zien schuifelen onze avond was toch weer goed. Dat we daarna in de YHA die kakkerlak op het bed moesten verplaatsen naar zijn natuurlijke leefomgeving (de biobak buiten) deerde ons niet meer. Schijnen trouwens verstand van voetbal te hebben die taaie torretjes.

’s Morgens bij het douchen bleek Frankie ineens borsten te hebben, hadden we dat even verkeerd ingeschat zeg... Entschuldigung!!

Eigen nest is goud waard

Na de woestijn zijn we via 't schiereiland Eyer naar Adelaide gereden. Dat is zo'n 800 km om, maar we dachten dat 't wel mooi zou zijn. Hm... als je van graanvelden houdt misschien wel, verder voegde het niet veel toe. Ik wilde in Port Lincoln gaan cage-diven met Great Whites (mensenhaaien), maar helaas, die toer bleek volgeboekt te zijn. Heel dat pokke-eind (is dat met één of twee ennen?) voor niks gereden.

Op de camping ook al geen geluk: bleek dat we onze tent precies op een nest agressieve zwarte reuzenmieren hadden gezet. En die wondertjes der natuur worden pas 's avonds actief. Interessante beestjes, scherpe kaakjes ook en uitgerust met net genoeg gif om je lekker te laten krabben. In het donker ook spannend als je niet weet waardoor je precies wordt gebeten. Toch maar een stukje verhuizen dan. Maar bij het ietwat overhaast verplaatsen van de tent brak één van de twee tentstokken. Dus hebben we de nacht in een half opgebouwd tentje gelegen. Goed bezig. Nu hebben we dan toch maar een familietent gekocht en eigenlijk bevalt dat best ;)

In Adelaide zijn we lekker tot rust gekomen, een beetje shoppen en voor de tent hangen op de luxe camping en natuurlijk de stad verkennen. And a nice city it is! Volop leuke cosy restaurantjes en artie (maar geen snob) tentjes. Én er staat een heel groot zwart gebouw in het CBD (het centrum) waarop in rooie letter ORACLE staat... ;)

3 december 2009

Crossing the Nullabor

Zo dan, in twee dagen evenveel kilometers gevreten als in de laatste vijf weken. Maar ja d’r was dan ook niet heel veel te zien in de Nullabor, dus maar even doorgejakkerd (sorry pa ik had beloofd ’t niet te doen, maar kon het niet laten). Nu bijna ongeschonden (op een bebloed hoofd door de openstaande achterklep van de Nissan en een geplette mobiele telefoon na) aangekomen in Ceduna. We hebben overnacht in een David Lynch-achtige roadhouse waar de moteleigenaar een glazen oog had en de locals een grijns op hun gezicht alsof ze er “meer van wisten”. De hele clan zat ’s avonds aan de buis gekluisterd in de ranzige bar waar het naar opgedroogd bier rook en de afscheidsgroet “CEEYAH!” ging door merg en been. Langs de weg aardig wat dooie beesten (roadkills), één wombat maar voornamelijk kangaroes. Voor de afleiding hebben we ze geteld en we kwamen uit op ongeveer tien per uur, da’s om de tien kilometer één.

1 december 2009

Life’s a beach


Hey trouwe blogvolgers, leuk dat jullie er nog zijn ;) we hadden namelijk niet veel tijd c.q. internettoegang de laatste tijd. We hebben niet stil gezeten sinds de laatste log hoor: in Albany hebben we duikgear aangeschaft: ik een paar handschoenen (watje), Ray bijna een hele duikset (zonder handschoenen) en daar hebben we dan ook een aantal boot- en kantduiken gemaakt. Mooie onderwaterwereld, veel kelp (soort zeewier), gekleurde tropische visjes (gezien het koude water best raar), Ray’s (stingrays dan he) én zeeleeuwtjes/hondjes! Die zijn zó lief, je zou ze bijna doodknuppelen uh, doodknuffelen. Albany is by the weg een erg leuk stadje, we voelden ons er zo goed als thuis (oh oh…). We hebben er ook een minicruise gemaakt met een catamaran met John als kapitein, een grappige oude geoloog, die erg veel te vertellen had, maar niets wat we nog niet wisten natuurluk ;)

Daarna via een desolaat en weinig hoopvol plaatsje Hopetoun naar Esperance gereden. We hebben vanuit Hopetoun in het Park Fitzgerald een ‘berg’ beklommen (een meter of 300 hoog) maar omdat de rest zo vlak is heb je wel een mooi uitzicht. Daarna dus Esperance. Deze plaats is vermaard om zijn beaches, the beste van Australië wordt gefluisterd. Hmm… ’t Is natuurlijk geen Maasvlakte, maar ach ja ze zijn best aardig. Met een beetje fotoshoppen krijg je best een mooi resultaat.
Voor de kust van Esperance liggen een aantal eilanden, één ervan, natuurreservaat Woody Island, is per boot te bereiken en je kunt er zelfs overnachten. Dus dat hebben we dan maar gedaan. Het was nog geen hoogseizoen, dus er bleven slechts een handvol mensen slapen op het eiland. Samen met de locals hebben we ons prima vermaakt en werd het naar Australische campingbegrippen vrij laat. (het is hier bijvoorbeeld op de camping nu om 20:15 al helemaal stil op het geklop van een laptoptoetsenboordje na)

Alle foto’s hebben we bij elkaar gegooid, zitten best leuke tussen, check it out we gaan ook maar ’s op stok. Morgen richting Nullarbor, op naar de woestijn en 40+ graden.
J: LEKKER!
Ray: BAH!!
Voor de foto's: zie de link rechts, "Foto's Australie" (dummies)